Imágenes de páginas
PDF
EPUB

waarin deze schrijver tegenover de Regeering het recht van sanctie handhaaft en weigering daarvan door den Koning mogelijk acht, zonder dat voor deze weigering een Minister verantwoordelijk kan worden gesteld, daar deze slechts voor eigen daden en verzuimen verantwoordelijk kan zijn: »La sanction du Roi doit dépendre »du jugement personnel du Roi sur la justice et »sur l'utilité de la mesure discutée."

Ten slotte zij er nog op gewezen dat ook het parlementaire systeem zijne kracht slechts ontleent aan de overeenstemming tusschen kiezers en gekozenen, zooals uit de periodieke aftredingen en het ontbindingsrecht blijkt. En wat anders beoogt nu het Koninklijk Referendum dan juist dit, dat de opinie der kiezers zelve over een bepaalden maatregel beter worde gekend, en door het oog van een onpartijdig persoon bezien, haar invloed op 's lands wetgeving doe gelden? Wanneer Professor VAN DEN HEUVEL zegt, dat vóór de Koning het wetsontwerp sanctionneert, »il doit prendre »>en très sérieuse considération l'opinion du pays", is dit volkomen juist, maar wanneer hij daaraan toevoegt: >>et l'opinion du pays doit être pour lui l'opinion for»mulée aux règles parlementaires par la majorité des

» députés jouissant de la confiance de leurs électeurs et >>nommés par les dispositions légales," zoo vraag ik, waar dit staat voorgeschreven. Zij zijn de wettelijke vertegenwoordigers; ieder gedeelte van het land heeft aan een of meerdere hunner zijn vertrouwen geschonken om overeenkomstig hunne eigene opinie deel te nemen aan de wetgevende macht. Maar mag men hieruit afleiden, dat de Koning hen en in het bijzonder de meerderheid onder hen moet erkennen als de heerschende opinie over eene bepaalde quaestie, eene quaestie waarover wellicht bij het kiezen der afgevaardigden in het geheel niet is gedacht? De Koning kan, voorgelicht door middel der verschillende phases welke een wetsontwerp doorloopt, twijfelen of dit ontwerp werkelijk dat gewenschte voordeel, die maatschappelijke bevrediging zal schenken, welke door de voorstanders daarvan wordt voorgespiegeld. Het advies van het kiezerscorps kan den Koning alsdan zeer nuttig zijn.

Wij komen dus tot de conclusie dat het Koninklijk Referendum inderdaad een afwijking kan teweeg brengen in een der gebruiken van het parlementaire systeem, daargelaten of dit gebruik een noodzakelijk be

standdeel van dat stelsel is, ja dan neen, en dat het voorgestelde het daadwerkelijk voortbestaan van het recht van sanctie veronderstelt. Wij achten het echter hierom niet veroordeeld, ten eerste omdat het dan toch slechts inbreuk maakt op eene wijze van gebruik van een in de Grondwet toegekend recht, hetwelk m. i. nooit een verhindering mag wezen voor een overigens wenschelijk geachte wet; ten tweede omdat het zuivere parlementaire systeem, zooals wij zagen, toch niet altijd door te voeren is en in de toekomst waarschijnlijk nog minder door te voeren zal zijn. In plaats van te kort te doen aan het karakter der bestaande constitutioneele instellingen, past het Koninklijk Referendum daar echter zuiver in, doordat het aan een recht dat in onbruik ging geraken, het recht van sanctie, meerdere steun en kracht zal verleenen.

Laten wij thans de verdere bezwaren onderzoeken, welke tegen de instelling te berde zijn gebracht. Vooreerst eenige, die betrekking hebben op de positie der uitvoerende macht.

Men zegt dan, dat het bezwaarlijk is uit te maken, wanneer de Koning tot dit recht zijn toevlucht zal nemen. Voorzeker, à priori laat dit zich moeilijk zeggen.

Ik acht dit evenwel ook niet noodig, daar ik meen dat men de beslissing daarover vrijelijk aan de Kroon zelve kan overlaten. In verreweg de meeste gevallen zal zij van het middel geen gebruik maken. Welke Regeering toch zou er aan denken, een Referendum uit te lokken b. v. over een ontwerp tot herziening van het Strafwetboek, eene Indische comptabiliteitswet of andere dergelijke onderwerpen, die het kiezerscorps niet kan apprecieeren, en die het niet de minste belangstelling inboezemen? Het eenige wat de wetgever zoude kunnen doen zoude dit zijn dat hij enkele onderwerpen aan deze bevoegdheid onttrok, b.v. begrootingen, naturalisatiën, tractaten. Vooral bij begrootingen zoude het eigenbelang een zeer groote rol kunnen spelen en kunnen leiden tot een zeer ongeregelden gang in den loop der staatszaken. Overigens echter legge de wet der uitvoerende macht geen nauweren band aan en geve zij evenmin aan, in welke gevallen de toepassing wel zou moeten geschieden. Paste men dit laatste stelsel toe, dan zouden zij meer recht van spreken hebben, die meenen dat een aanslag ware gericht op het vertegenwoordigend stelsel. Dan toch ware in die bijzondere gevallen het kiezerscorps als een noodzakelijk element in de wet

geving opgenomen, zij het dan niet wetgevend, dan toch adviseerend.

De heer WOESTE drukte bij de openbare behandeling de vrees uit, dat het toch ten slotte niet de Kroon zou zijn die beslissen zou, of van het Referendum al dan niet gebruik zou gemaakt worden. Hij meende dat de Koning zoude moeten zwichten voor den aandrang der partijen. Dit zelfde vinden wij eveneens bij professor VAN DEN HEUVEL: »Elle sera à la merci," zoo zegt deze staatsman, »des manifestations, des pétitionnements >>organisés par les partis, ou même de l'émeute ou de >>l'agitation de la rue; elle devra recourir à la consul>>>tation populaire toutes fois qu'elle croira le gouverne>>ment impuissant devant le désordre". Ik zou hierop willen antwoorden, dat voorzeker zoo iets mogelijk is, wanneer de regeerders in den lande te zwak zijn om hun plicht te doen, zich op zijde laten stellen door tierende volksbenden. Die mogelijkheid bestaat evenwel in dezelfde mate ten opzichte van iedere andere regeeringsdaad, indiening en intrekking van wetsontwerpen, kamerontbinding, ontslag van Ministers en andere ambtenaren, enz., en de voorbeelden ontbreken niet dat zwakke Regeeringen zich tot al deze daden

« AnteriorContinuar »