EENER PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND VAN 1849 TOT 1891 DOOR Mr. W. J. VAN WELDEREN baron RENGERS TWEEDE, HERZIENE EN BIJGEWERKTE UITGAVE TWEEDE DEEL 'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1906 12, March 1907. Harvard College Library Motley Collection Anonymous Gift. TYP. ZUID HOLL. BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ HOOFDSTUK XIV. MINISTERIE VAN ZUYLEN - HEEMSKERK (1866-1868). Motie-Keuchenius. Ont Samenstelling van het nationale bewind. - Rede van Mr. Mijer in de Eerste Kamer. Periodieke verkiezingen. Eerste vaststelling van de koloniale begrooting door het Parlement. Mijer tot Gouverneur-Generaal benoemd en door Trakranen vervangen. Afkeuring van die benoeming in de Tweede Kamer. binding van de Kamer. Koninklijke proclamatie. Professoraal advies. Werkzaamheden van de nieuw gekozen Kamer. Behandeling van de Staatsbegrooting. Luxemburgsche verwikkeling. - Maatregelen tegen de veepest. Wetsontwerp betreffende de schutterijen verworpen en dat over de uitgifte van woeste gronden op Java ingetrokken. - De uittreding van Thorbecke uit het ministerie, waaraan hij den naam en de levenskracht geschonken had, en de daarna gevolgde verwerping van de cultuurwet, hadden in de gelederen der liberalen zoo groote oneenigheid teweeg gebracht, dat ieder erkende het aan de vorming van een liberaal kabinet vooreerst niet te denken viel. Wie zich met de zorg voor den desolaten boedel zou belasten, was een vraag, waarop het antwoord minder gemakkelijk scheen, maar die de belangstellenden toch ditmaal betrekkelijk kort in spanning hield. Den 1sten Juni 1866, nauwelijks tien dagen nadat Van de Putte en zijne ambtgenooten „hunne portefeuilles ter beschikking van den Koning hadden gesteld", of volgens eene verbeterde lezing in de Staatscourant hun ontslag hadden gevraagd ", verschenen de Koninklijke besluiten, waarbij Mr. P. Mijer tot minister van Koloniën en vervolgens de graven Van Zuylen en Schimmelpenninck, mr. Heemskerk Az. en mr. E. J. W. Borret tot ministers van Buitenlandsche Zaken, van Financiën, van Binnenlandsche Zaken en van Justitie werden benoemd. De titularissen voor Oorlog en voor Marine, waarmede men meer moeite scheen te |